Warm Rotterdam heeft gisteravond de Helffer Kootkar Prijs gekregen tijdens een feestelijke uitreiking in Utrecht. Samen met ervaringsdeskundigen nam directeur Annemarieke van Egeraat de prijs in ontvangst. De Helffer Kootkar Prijs, ondergebracht bij het Oranje Fonds, geeft erkenning aan initiatieven die sociaal burgerschap stimuleren.
De inzet van Warm Rotterdam gericht op armoedebestrijding kreeg gisteren landelijke erkenning tijdens de uitreiking van de Helffer Kootkar Prijs in Utrecht. De jury koos Warm Rotterdam als winnaar uit drie genomineerden. Met de prijs ontvangt Warm Rotterdam een geldbedrag van 75.000 euro.
Landelijke erkenning
We
zijn zeer verheugd met de prijs en de ruimte die het geldbedrag ons geeft om de
activiteiten uit te breiden. “We zijn trots op de landelijke erkenning
voor ons werk die we krijgen met de Helffer Kootkar Prijs”, zegt Annemarieke
van Egeraat, directeur van Warm Rotterdam. “De jury vindt Warm Rotterdam
onderscheidend omdat we ervaringskennis op meerdere niveaus onder de aandacht
brengen. Door kennis van ervaringsdeskundigen te delen ontstaat er meer begrip
voor Rotterdammers die in armoede leven. We agenderen wat zij nodig vinden bij
politici en beleidsmakers. En we ontwikkelen aanpakken met partners, zoals het
Keurmerk Warm Incasseren, waardoor mensen met schulden geholpen worden. De
prijs gebruiken we voor
de landelijke opschaling van het keurmerk Warm Incasseren en aan het nog
krachtiger verwoorden van de stem uit de stad.”
Lokale aanpak van onderop
De jury van de Helffer Kootkar Prijs is
onder de indruk van het resultaat dat is neergezet voor Rotterdammers die leven
in armoede en schulden. “Warm Rotterdam laat, als relatief jonge organisatie,
overtuigend zien dat een lokale aanpak van onderop werkt”, aldus Sandra
Jetten, directeur van het Oranje Fonds, namens de jury. “Mensen die door
armoede en schulden worden geraakt worden geholpen doordat de gemeente, lokale
instanties en organisaties die hulp en voorzieningen bieden beter zijn
geïnformeerd. Deze integrale aanpak werkt snel en effectief waardoor problemen
worden voorkomen of in ieder geval minder groot worden.”
Woningcorporatie Vestia gaat werknemers en huurders met betalingsproblemen helpen. In plaats van boetes op te leggen als mensen de rekening niet meer kunnen betalen, kiest Vestia voor een eerlijk en humaan incassobeleid. Daarom kreeg Vestia gisteren het Keurmerk Warm Incasseren uitgereikt uit handen van Warm Rotterdam.
Meer dan tachtigduizend Rotterdammers leven onder de armoedegrens en door de torenhoge inflatie en energiekosten neemt dat aantal toe. Bovenop de dagelijkse zorgen hebben zij stress over incasso’s door (nuts)bedrijven, die boetes (laten) opleggen in plaats van mensen te helpen. Door het Keurmerk Warm Incasseren te behalen helpt woningcorporatie Vestia werknemers en huurders met betalingsproblemen.
Humaan incassobeleid
‘Vestia kiest publiekelijk voor een eerlijk en humaan
incassobeleid’, stelt Annemarieke van Egeraat, directeur van Warm Rotterdam. ‘Dat
is een mooi resultaat. Door de coronacrisis én de prijsstijgingen van onder
andere gas en boodschappen komen nog meer mensen in de financiële problemen. De
urgentie om met werknemers en huurders met geldzorgen in gesprek te gaan en hen
hulp te bieden neemt alleen maar toe.’
Vier medewerkers van Vestia, waaronder Richard Feenstra (lid raad
van bestuur), namen gistermiddag het certificaat Warm Incasseren in
ontvangst. Feenstra: “Onze huurders zijn natuurlijk verantwoordelijk voor hun
eigen financiën. Als huurders het gevoel hebben dat zij er financieel niet
uitkomen, zijn wij soepel en meedenkend in ons incassobeleid. Wat ons met name
aanspreekt aan het Keurmerk Warm Incasseren is dat er niet alleen aandacht is
voor onze huurders, maar ook voor onze werknemers. De energiecrisis raakt ons
tenslotte allemaal.”
Keurmerk Warm Incasseren
Bedrijven die zich actief
inzetten om de schuldenlast van werknemers en klanten te verminderen komen in
aanmerking voor het Keurmerk Warm Incasseren. Zij ontvangen het keurmerk nadat zij
op normen zijn beoordeeld op humaan incasseren: van beleid tot communicatie,
van HR tot het klantcontact. Het keurmerk is ontwikkeld met ervaringsdeskundigen.
Zij weten hoe het is om met schulden te leven en hoeveel stress de
opeenstapeling van incasso’s oplevert. Keurmerkhouders nemen met dit keurmerk hun
maatschappelijke verantwoordelijkheid en zetten zich in om de schuldenlast van
hun werknemers en klanten te verminderen. Ook als de situatie uitzichtloos
lijkt.
Met het Keurmerk Warm
Incasseren lost Warm Rotterdam één van haar beloftes in: het aanpakken van
oneerlijke en onverantwoordelijke incassopraktijken. Het keurmerk is er voor
álle publieke en private organisaties die incasso (laten) uitvoeren. Na woningcorporatie
Havensteder, waterbedrijf Evides, de gemeente Rotterdam en energiebedrijf Eneco,
voldoet nu ook Vestia aan het Keurmerk Warm Incasseren. Dat heeft een enorme
positieve impact op huurders van Vestia. En Warm Incasseren is en blijft de
norm voor de circa 650 medewerkers van Vestia; ook als Vestia per 1 januari
2023 splitst in drie nieuwe woningcorporaties: Hef Wonen in Rotterdam, Hof
Wonen in Den Haag, en Stedelink in Delft-Zoetermeer.
Niet
alleen humaan, maar ook zakelijk verstandig
Vestia zet met haar maatschappelijk verantwoorde en
klantvriendelijke incassobeleid in op het voorkomen van huisuitzettingen. Ook investeert
Vestia in preventie en begeleiding naar (schuld)hulp, door actief samen te
werken met gemeenten, bewindvoerders en schuldhulpverleners. Warm Incasseren is
bewezen effectief en bespaart iedereen kosten. Uiteindelijk heeft Warm
Incasseren ook een grote maatschappelijke impact: het draagt bij aan de
vermindering van de schuldenlast in Nederland en de maatschappelijke kosten voor
invordering. Dat is nu al 11 miljard euro per jaar.
Oproep
Ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam roepen álle opdrachtgevers
van incasso op het Keurmerk Warm Incasseren te behalen. Vestia ondersteunt deze
oproep. Dit is niet alleen humaan, maar ook financieel verstandig. Werknemers
en klanten met betalingsachterstanden kosten een bedrijf duizenden euro’s per
jaar.
Door de stijgende prijzen voor boodschappen en energie lopen mensen in armoede vast. Daarom steunen ervaringsdeskundigen en partners uit de stad het voorstel voor een Tijdelijke Overbruggingsregeling Burgers in Armoede (TOBIA). Met een opiniebijdrage in de NRC en de social media campagne TOBIA agendeert Warm Rotterdam de noodzaak tot snel ingrijpen. “Er is een armoedecrisis gaande”, schreef Annemarieke Van Egeraat, directeur van Warm Rotterdam, eerder in de NRC.
Zoals ondernemers financieel werden gesteund tijdens de coronacrisis, moeten bewoners met geldzorgen nu ook hulp krijgen, bepleit Annemarieke Van Egeraat, directeur van Warm Rotterdam, in de NRC. Iedere burger met leefgeld van 50 euro of minder moet een verdubbeling van dit weekbudget krijgen. „Er is een armoedecrisis gaande.”
Verplaatst u zich eens in de 87.000 Rotterdammers, die el- ke dag wakker worden met fi- nanciële stress. Omdat bood- schappen en energie duur zijn – en nóg duurder worden. In Rotterdam moeten tienduizenden Rotterdammers van minder dan 50 euro per week alle da- gelijkse boodschappen doen. Onze stadge- noten staan op het punt van ‘omvallen’. Zij verliezen hoop en perspectief.
TOZO en NOW Begin 2020 kwam het vorige kabinet – toen de coronacrisis begon – met financiële regelingen zoals de ‘Tijdelijke overbrug- gingsregeling zelfstandig ondernemers’ (Tozo) om te voorkomen dat bedrijven ‘omv ielen’. Met een simpele aanvraag stond het geld in rap tempo bij bedrijven op de rekening. Een forse investering van het kabinet, die zich ruim terugbetaalde. Door weinig ontslagen en veel innovatie op de arbeidsmarkt. Tozo, én de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), bleken bestuurlijk doelmatige instrumenten voor de aanpak van een crisis.
Laten we met de geleerde lessen ook de nieuwe crisis – die van armoede – met zo’n aanpak te lijf gaan. Wij pleiten voor TOBIA: Tijdelijke Overbruggingsregeling Burgers In Armoede. Iedere burger met leefgeld van 50 euro of minder krijgt een verdubbe- ling van dit weekbudget, zolang de crisis duurt. Net als bij de Tozo en NOW staat het geld binnen zes weken op ieders rekening en vindt controle achteraf plaats.
14,6 % Rotterdammers onder de armoedegrens Op dit moment leeft 14,6 procent van de Rotterdammers onder de armoedegrens. Gelukkig wordt intussen – ook door bonden, politici én werkgevers – erkend dat het wettelijk sociaal minimum te laag is om in de primaire levensbehoeften te voor- zien. Het debat over structurele oplossingen is in volle gang.
Aanhoudende geldzorgen gaan samen met eenzaamheid, schooluitval, oplopen- de spanningen thuis en zich ongelukkig voelen. Die 87.000 bewoners in de geva- renzone zijn geen stadgenoten die ‘een beetje dom’ zijn geweest. Ervaringsdes- kundigen geven al jaren signalen af over de hulpverlening die tekortschiet en onvol- doende deskundig is. De meeste gedupeerden zijn slachtoffer van een doorgaans har- teloze bureaucratie en een prooi voor de schuldenindustrie. Zij zijn alleen komen te staan en daardoor is het wantrouwen tegen instanties bij deze groep toegenomen.
Opknippen van armoede Het opknippen van armoede, zoals energie-armoede en vervoersarmoede, door beleidsmakers en financiers geeft stress. Hierdoor moeten stadgenoten bij elk loket opnieuw hun ver- haal vertellen en over schaamte heenstappen. Telkens weer andere formulieren invullen. Het water staat je al tot aan de lip- pen en dan moet je voldoen aan wat de bureaucratie vraagt. Dat is sowieso niet eenvoudig in een stad waar de percentages laaggeletterdheid, verstandelijk beperkten
In een enquête hebben we 1.200 Rotterdammers gevraagd wat zij nodig hebben. Opvallend is dat niet als eerste om extra geld wordt gevraagd voor armoede-aanpak. Bewoners vinden het vooral belangrijk dat ze ergens terecht kunnen met vragen en dat wordt geluisterd. Betere hulp- verlening staat dus op de eerste plaats. 92 procent van de ondervraagden vindt dat er in Rotterdam altijd een wethouder voor armoede en schulden moet zijn.
EHBO bij schulden Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid, was bij ons spreekuur onder de indruk van de parate kennis van onze ervaringsdeskundigen. Zij zijn experts, met kennis van wetten, regelgeving en de werking van systemen. Veel Rotterdammers worden door hen geholpen. Zij zijn de EHBO bij schulden.
Er is een armoedecrisis gaande in Nederland. 2,4 miljoen mensen hebben financiële zorgen. Besef van de enorme urgentie én bestuurlijke daadkracht zijn nu nodig om deze crisis te keren. Met de door ons voorgestelde overbruggingsre- geling TOBIA ontvangen burgers directe hulp. Deze aanpak draagt ook meteen bij aan het herstel van vertrouwen in de over- heid. Want veel mensen in armoede beho- ren tot de ‘afgehaakten’ en verwachten nog maar weinig van de overheid.
De Armoede Agenda van Rotterdammers moet natuurlijk de basis zijn voor de verkiezingsprogramma’s. Wij van Warm Rotterdam legden daarom beide naast elkaar op zoek naar een antwoord: welke politieke partij luistert echt naar de Rotterdammers? De uitkomsten deelden we tijdens de inspiratiebijeenkomst Niemand kiest voor armoede op 15 maart in Arminius.
Luister naar Rotterdammers
Van de vier actiepunten die ervoor moeten zorgen dat de gemeente beter luistert naar haar burgers onderschrijven Leefbaar Rotterdam, de ChristenUnie en 50PLUS ieder twee punten. Alle andere partijen noemen geen van de punten in hun verkiezingsprogramma. Leefbaar Rotterdam en de ChristenUnie wil aanpakken toetsen bij ervaringsdeskundigen. Leefbaar pleit voor burgerjury’s, wijkenquêtes en referenda. 50PLUS hamert op meer kennis van armoede en schulden bij professionals en beide partijen willen meer dialogen en bijeenkomsten in de stad om mensen bewust te maken van armoede en schulden. Leefbaar Rotterdam wil ervaringsdeskundigen via bewonersinitiatieven inspraak geven.
De menselijke maat
Het punt ‘De menselijke maat’ krijgt meer bijval van de partijen. Zes partijen willen dat bijverdienen naast de bijstand mogelijk wordt: PvdA, GroenLinks, Socialisten010, PvdD, 50PLUS en DENK. Ook het aanvalsplan armoede en financiële problemen met scholen krijgt bijval van zes partijen: PvdA, GroenLinks, D66, ChristenUnie, PvdD en DENK. Alleen Leefbaar Rotterdam en GroenLinks willen een fysiek loket voor aanvragen voor gemeentelijke voorzieningen. Leefbaar Rotterdam, VVD en 50PLUS willen extra hulp bij een loket voor Rotterdammers die niet digitaal vaardig zijn.
Investeer in armoedebestrijding
Alleen de ChristenUnie vindt dat er jaarlijks meer geld naar armoedebestrijding moet. D66, 50PLUS en DENK vinden dat er een aanvalsplan moet komen voor werkenden met geldzorgen en 50PLUS en DENK willen eenzelfde aanvalsplan voor mensen in de AOW. Vier partijen willen dat bedrijven sociaal incasseren: CDA, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie.
Ruimhartige gemeentelijke regelingen
De PvdA, ChristenUnie, 50Plus en DENK willen kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen voor minima tot 150 % van het Wettelijk Sociaal Minimum. Drie partijen willen dat de collectieve zorgverzekering voor minima door de gemeente wordt voortgezet: CDA, GroenLinks en 50PLUS. Alleen Socialisten010 en PvdD willen dat de Bijzondere Bijstand wordt verbreed voor de eigen bijdrage sociale advocatuur.
“Minimaal 13 zetels in de gemeenteraad moeten gaan naar gemeenteraadsleden die opkomen voor de 89.000 Rotterdammers (14 %) die in armoede leven. Dat is nodig om het vertrouwen in de lokale politiek te herstellen. Rotterdammers in armoede verdienen het om gehoord te worden. Bij die 13 zetels hoort een Warm armoedebudget van € 314 miljoen per jaar, wat gelijkstaat aan 14 % van de begrotingsposten die raken aan armoede en schulden. Alleen dan krijgt de Rotterdamse armoede-aanpak de intensiteit die het verdient”, stelt Annemarieke Van Egeraat, directeur van Warm Rotterdam, tijdens de inspiratiebijeenkomst Niemand kiest voor armoede op 15 maart in Arminius.
Ervaringskennis: de basis van Warm Rotterdam
Warm Rotterdam is een netwerk van ervaringsdeskundigen en partners in de stad, dat structurele oplossingen voor armoede en schulden aanjaagt. Ervaringsdeskundigen staan aan de basis van Warm Rotterdam. Zij signaleren weeffouten in de systemen. En ervaren wat er misgaat bij de hulp aan mensen in armoede en schulden. In appgroepen, tijdens bijeenkomsten, in contact met partners en in de media delen zij hun kennis en ervaringen.
Zij maken de impact van informele netwerken zichtbaar, signaleren waar incasso en deurwaarders niet bijdragen aan oplossingen en waar wijkteams tekortschieten. Zij zijn de eersten die merken dat de boodschappen duurder worden en de energieleveranciers hun contracten opzeggen. Deze kennis en ervaring is ook de basis van de inspiratiebijeenkomst Niemand kiest voor armoede. Nieuwe ervaringsdeskundigen en netwerken sluiten zich aan en onze boodschap wordt steeds breder gedragen. Warm Rotterdam blijft zich inzetten om de stem uit de stad te laten horen.
Niemand kiest voor armoede
Tijdens de stemdagen voor de gemeenteraadsverkiezingen komen ervaringsdeskundigen, bewoners, beleidsmakers, raadsleden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en sociaal ondernemers bijeen om terug te kijken op vier jaar armoedebeleid in Rotterdam én om vooruit te kijken. In een stad met de eerste wethouder armoede- en schuldenaanpak in Nederland.
We luiden de noodklokken
De gasten zijn nog maar net welkom geheten als de kerkklokken van Arminius luiden. “Dit zijn de noodklokken die klinken omdat er NU gehandeld moet worden”, stelt Annemarieke van Egeraat, directeur van Warm Rotterdam. “Dat gaan we iedere eerste dinsdag van de maand om 15.05 uur doen. We roepen alle kerken in Rotterdam op ons voorbeeld te volgen. Net zolang totdat het aantal mensen dat in Rotterdam onder de armoedegrens leeft, is gehalveerd van 90.000 naar 45.000 mensen.”
Dat het menens is, maakt Annemarieke van Egeraat duidelijk aan de hand van persoonlijke observaties die de ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam pijnlijk herkennen. “We knippen armoede op in stukjes – zoals vervoersarmoede, energiearmoede, menstruatiearmoede – en vragen voor ieder stukje iets anders van Rotterdammers. Ze moeten over hun schaamte heen stappen, het dossier op orde hebben, de kinderen beter opvoeden, aan de energietransitie meedoen en gezonder leven. De systemen overvragen hen. De gemeente, incasso- en deurwaarders, hulpverleningsinstanties, bedrijven en wijkteams zijn aan zet voor structurele oplossingen. Daarmee voorkomen we dat mensen in de armoede en/of schulden terechtkomen. De eerste stappen zijn gezet de afgelopen jaren, maar dit is nog niet voldoende.”
Meer urgentie en concrete maatregelen
Positief is Warm Rotterdam over de toegenomen aandacht voor de armoede- en schuldenproblematiek in Rotterdam. “We waarderen onder andere de groei van het aantal ondersteuningsplannen. Ook is er minder uitval bij schuldhulpverlening. We zijn positief over het jeugdtegoed, de werkbonus en het Expertise Team Financiën (ETF). Zowel wethouder Michiel Grauss, de raadsleden, bedrijven, het maatschappelijk middenveld en bewoners- en vrijwilligersorganisaties en sociaal ondernemers hebben daaraan bijgedragen. De toegenomen aandacht voor armoede en schulden zien we helaas nog niet terug in de kieswijzer voor de gemeenteraadsverkiezingen. Daarin staat één vraag over armoede, terwijl dat toch het grootste probleem is dat we in Rotterdam hebben. Dat vraagt om actie van Warm Rotterdam”, aldus Annemarieke van Egeraat.
“In de meeste moties werd gevraagd om onderzoek of een gesprek met ketenpartners”
Maar reden om achterover te leunen is er nog lang niet. “Uit onze analyse van de moties en schriftelijke vragen van de raad de afgelopen vier jaar blijkt dat in de meerderheid van de moties werd gevraagd om onderzoek of een gesprek met (keten)partners. Als partijen concrete voorstellen deden, dan ging het om kortdurende (financiële) maatregelen en niet om duurzame oplossingen”, aldus Annemarieke van Egeraat.
Aandacht voor preventie
Warm Rotterdam mist aandacht voor het bereiken van Rotterdammers en (vroeg)signalering. “Daarmee kunnen we voorkomen dat problemen voor Rotterdammers in de armoede en/of met schulden onnodig verergeren. De impact van het beleid van de afgelopen jaren gaat vooral over genezen in plaats van voorkomen. Bovendien knippen de moties van raadsleden armoede op in stukjes, zoals energie-armoede, woonarmoede, vervoersarmoede en menstruatie-armoede. Maar mensen in armoede ervaren armoede. Dat vraagt om een integrale aanpak.”
Lies Roest van GroenLinks merkt op dat de analyse wat eenzijdig is. “Jullie hebben alleen gekeken naar de portefeuille van wethouder Michiel Grauss, maar ook Werk & inkomen, Onderwijs en Maatschappelijke Ondersteuning investeren in armoedebestrijding. Dat mis ik in jullie analyse.” Ellen Verkoelen van 50PLUS sluit zich hierbij aan. “Ik onderschrijf jullie conclusies, maar de analyse van het beïnvloedingsproces vind ik te mager. Er is alleen gekeken naar moties en schriftelijke vragen.”
Zijn moties symbolisch in Rotterdam?
Warm Rotterdam heeft de conclusies van het onderzoek voor wederhoor teruggelegd bij alle fracties. PvdA, DENK en CDA stemden in met de conclusies. D66, Leefbaar Rotterdam, ChristenUnie, DENK en 50PLUS gaven feedback op het besluitvormingsproces, zoals: moties hebben een symbolische waarde in Rotterdam. Het is gemakkelijker om met de wethouder om de tafel te gaan over oplossingen. De initiatiefvoorstellen ontbreken en na een motie die vraagt om onderzoek volgt de actie.
“Warm Rotterdam is in de war”, stelt Annemarieke van Egeraat. “Een motie is toch een signaal op basis van feiten, gevoelens en ervaringen van Rotterdammers en is een opdracht van de gemeenteraad aan het college van B&W? Is een initiatiefvoorstel nodig om ervoor te zorgen dat het college van B&W iets gaat uitvoeren? Dat is een tijdrovend instrument. Rotterdammers in armoede hebben geen tijd.”
Gemeenteraad
Ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam verwachten veel van de raad als controlerende macht, stelt Van Egeraat. “Ervaringsdeskundigen praten vaak met beleidsmakers, maar uiteindelijk is het toch de gemeenteraad die een klap geeft op de plannen. Bovendien volgt de raad de plannen en stuurt het college bij. Zij is de bewaker van urgentie en daadkracht. Ervaringsdeskundige Ellen Abbenhuis is afwachtend: ‘’Eerst zien en dan geloven.’’
Om inhoudelijk bij te dragen aan het collegeakkoord op armoede en schulden hebben Warm Rotterdam en Happy Motion een armoede enquête uitgezet in de stad. Aan Rotterdammers is gevraagd wat er de komende jaren hoog op de Armoede Agenda van Rotterdam moet staan. 600 Rotterdammers hebben de enquête ingevuld. Vervolgens hebben zo’n 1200 Rotterdammers tijdens 15 debatbijeenkomsten het gesprek over armoede in de stad gevoerd. De uitkomsten van de enquête en de debatten zijn opgenomen in de Armoede Agenda van Rotterdammers.
“92 % wil opnieuw een wethouder armoedebestrijding”
“92 % van de Rotterdammers wil opnieuw een wethouder armoede en schulden. Maar dan fulltime”, vertelt Annemarieke van Egeraat over de uitkomsten. “62 % vindt dat hij of zij een ervaringsdeskundige moet zijn. Met stip bovenaan vragen Rotterdammers de gemeente beter te luisteren naar Rotterdammers in armoede. Hun kennis moet meer worden benut bij de ontwikkeling van beleid en aanpakken. Net zo hoog scoort de wens om de menselijke maat in de dienstverlening. Met als belangrijkste punt: één loket in de wijken waar Rotterdammers terecht kunnen met al hun vragen. Daar moet iemand zitten met tijd, kennis én de intentie om te helpen. Ook Rotterdammers die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen of digitaal niet vaardig zijn, moeten bij dat loket goed worden geholpen. Op de derde en vierde plaats van de Armoede Agenda staan meer geld voor armoedebestrijding en ruimhartige, gemeentelijke regelingen.”
Overheid vaker probleem dan oplossing
“De overheid is vaker het probleem dan de oplossing”, erkent Michiel Grauss, wethouder Armoedebestrijding, schuldenaanpak en informele zorg. “Ik heb als wethouder vier jaar geknokt om meer de oplossing te zijn. Mag dat onorthodox? Graag. Maar wel als de maatregelen effect hebben.”
“Voor mij is het overduidelijk dat we moeten stoppen met de bureaucratie”, reageert Ellen Verkoelen van 50PLUS. Marcel Ramaker van D66 vindt dat Rotterdammers met één klik op de knop automatisch en in één keer alle armoederegelingen moeten kunnen aanvragen. “De versnippering is dramatisch.”
Geen anoniem loket
“Mensen met hulpvragen hebben mensen nodig, geen anoniem loket”, bevestigt ook Lies Roest van GroenLinks. “Wat mij betreft wordt elk loket het juiste loket. Of je nu aanklopt bij de Vraagwijzer, de Stadswinkel, het Huis van de Wijk of bij de gemeentelijke belastingen, iedereen achter het loket zegt: ‘Wij gaan voor jou aan de slag.’ En dan is het aan de gemeente om de weg te zoeken naar het juiste potje. Niet aan de Rotterdammer. Hier moeten we echt voor gaan. Ervaringsdeskundige Ellen Abbenhuis van Warm Rotterdam onderschrijft dit punt: “Bij instanties word je niet behandeld als mens. Ik ga niet naar een loket. Ervaringsdeskundigen weten vaak beter de weg en helpen elkaar.”
“Er moeten mensen komen die in de samenleving staan en die de mogelijkheden krijgen om te helpen. Voor mij gaat het over personen en vertrouwen. Daar hebben we als CDA de afgelopen jaren ook op gehamerd en goed in samengewerkt met de wethouder. Ik denk wel dat er nog veel meer moet gebeuren en dat we dat moeten vastleggen in beleid”, reageert Jan Peter Rebel van het CDA. Thomas Roskam van Leefbaar Rotterdam beaamt deze conclusie. “Wat mij vanmiddag bijblijft is de menselijke maat. Dat hoor ik de ervaringsdeskundigen ook zeggen als ze praten over alle loketjes. We zijn er nog lang niet en het is iets waar we wat aan moeten doen.”
De sleutels: menselijk contact, tijd en aandacht
Ook Sher Molly (budgetcoach) en Fouad Akka (Opzoomer Mee) bevestigen dat menselijk contact, tijd en aandacht de sleutels zijn om mensen te bereiken, vertrouwen te winnen en tot de juiste ondersteuning te komen. Fouad benadrukt het belang van de straatnetwerken en hun gangmakers. ”Gangmakers kennen de bewoners. Zij weten precies waar wat aan de hand is en gaan met hen in gesprek.” Sher Molly ziet in haar werk hoeveel armoede er in Rotterdam is. “Reguliere instanties zijn vaak niet in staat om mensen te helpen. Ook omdat er geen vertrouwen is. Ik ga naast de mensen staan, werk aan een vertrouwensband, creëer rust en ga dan aan de slag met de schulden.”
Minimaal 13 zetels voor mensen in armoede
Veel bewoners in armoede en met schulden behoren tot de ‘afgehaakten’. Zij gaan niet stemmen en zijn niet vertegenwoordigd. Daarom pleit Warm Rotterdam voor een Warme gemeenteraad, met minimaal 13 zetels om de 14% Rotterdammers in armoede te vertegenwoordigen. “In Rotterdam leven 89.000 mensen onder de armoedegrens, waaronder 18.900 kinderen. In de gemeenteraad zijn 45 zetels te verdelen, waarbij 1 zetel staat voor 5.500 stemmers. Om alleen al de kiesgerechtigde Rotterdammers onder de armoedegrens te vertegenwoordigen zijn er dus minimaal 13 zetels nodig”, aldus Annemarieke van Egeraat.
“Iedere partij één gezaghebbend raadslid, dat zich nadrukkelijk, zichtbaar en strijdbaar inzet voor het armoede dossier”
Warm Rotterdam ziet de 13 zetels graag verspreid over de politieke partijen en niet bij één armoedepartij. “Er leven te veel Rotterdammers in armoede om het onderwerp te parkeren bij een ‘one issue partij’”, vindt Annemarieke van Egeraat. “Het armoedevraagstuk moet breed geborgd zijn in de raad bij álle partijen. Daarom deed Warm Rotterdam met de campagne stem TEA (TEgen Armoede) een oproep aan alle kiezers om op een partij te stemmen, waarbij armoede hoog op de politieke agenda staat. En het is een oproep aan álle politieke partijen om tenminste één gezaghebbend raadslid de taak te geven om zich nadrukkelijk, zichtbaar en strijdbaar in te zetten voor het armoede dossier.”
Een Warm armoede budget
Om de genoemde versnippering en inefficiëntie in het armoedebeleid te doorbreken pleit Warm Rotterdam voor een Warm armoedebudget van € 314 miljoen per jaar. Een Warm armoedebudget is een voorwaarde voor een integrale aanpak, stelt Warm Rotterdam. Annemarieke van Egeraat: “14% van de Rotterdammers leeft in armoede. Dus 14 % van de begrotingsposten Cultuur, Sport, Recreatie, Maatschappelijke Ondersteuning, Onderwijs, Openbare orde en Veiligheid, Volksgezondheid & Zorg en Werk & Inkomen brengen we onder in het Warm armoedebudget. Dit budget komt niet in plaats van, maar is aanvullend op wat de verschillende gemeentelijke clusters al doen, zoals het uitbetalen van uitkeringen of het financieren van het ETF. Het budget van € 314 miljoen biedt ruimte voor investeringen in de punten uit de Armoede Agenda. Zoals toegankelijke loketten in iedere wijk, het bereiken van Rotterdammers, (vroeg)signalering en preventie. Daarnaast gratis openbaar vervoer en een fulltime wethouder armoede- en schuldenaanpak’’. Met dit budget worden de middelen effectiever en efficiënter ingezet omdat versnippering en overhead afnemen.
Recente reacties