‘Bedrijven mogen niet verdienen aan mensen met schulden’

‘Bedrijven mogen niet verdienen aan mensen met schulden’

Het Keurmerk Geldzorgenbewuste organisatie (Gbo) is een feit. Met het landelijk keurmerk laten bedrijven en organisaties zien dat zij sociaal incasseren en er zijn voor werknemers met geldzorgen. Het keurmerk is de opvolger van het Keurmerk Warm Incasseren, in 2019 geïnitieerd en ontwikkeld door Warm Rotterdam. Ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam deelden hun kennis en ervaring voor de ontwikkeling van het keurmerk. Ervaringsdeskundigen Ellen Abbenhuis en Patricia Loemij vertellen.

In 2019 signaleerde Warm Rotterdam dat schuldenproblematiek in de stad schrijnende vormen begon aan te nemen. Ruim tachtigduizend Rotterdammers leefden onder de armoedegrens en voor duizenden kinderen is er niet eens geld om drie keer per dag te eten. De incassopraktijk maakte de problematiek alleen maar erger. Door aanmaningen, boetes en agressieve deurwaarders loopt een kleine schuld al snel op tot een grote. Zou een keurmerk voor humane incasso geen idee zijn?

‘Veel mensen met schulden hebben wel eens een vervelende incasso meegemaakt’, legt ervaringsdeskundige Ellen Abbenhuis uit. ‘Vooral de bejegening door deurwaarders kan heel mensonvriendelijk zijn. Ik heb wel eens een deurwaarder gehad die gewoon zijn voet tussen de deur zette. Dat voelt heel bedreigend.’

Patricia Loemij, ook ervaringsdeskundige bij Warm Rotterdam, herkent dat beeld. ‘Ik heb ook ooit een deurwaarder gehad die meteen naar binnen liep’, vertelt ze. ‘Ze hebben geen oog voor jou, alleen maar voor je spullen. Ze schrijven meteen op waar ze beslag op kunnen leggen.’

Lijst met eisen

Warm Rotterdam bracht ervaringsdeskundigen, partners en experts bijeen om na te denken over een mogelijke oplossing. Het zou al enorm schelen als schuldenlasten niet onnodig groot werden door boetes en stapeling van achterstanden. ‘We werden allemaal gevraagd waar een bedrijf dan op moet letten’, zegt Ellen. ‘Ik merk heel vaak dat bedrijven gewoon niet bereikbaar zijn. Je kan bijvoorbeeld niet even bellen om te zeggen dat je de rekening ontvangen hebt, maar iets meer tijd nodig hebt om te betalen.’

De mogelijkheid om een betalingsregeling af te spreken zou al veel rust geven. ‘Geef niet meteen een boete, maar spreek eerst een termijn af’, zegt Patricia. De input van de ervaringsdeskundigen heeft bijgedragen aan een set normen waaraan een organisatie die ‘warm incasseert’ moet voldoen. Dat gaat van persoonlijk contact tot geen kosten in rekening brengen voor incasseren, of van rekening houden met draagkracht tot geen boetes geven. Patricia: ‘Dat bedrijven niet meer zouden verdienen aan mensen met schulden, dat vonden we het allerbelangrijkste.’

Audits

Om het keurmerk onder de aandacht te brengen, werden verschillende Rotterdamse bedrijven uitgedaagd om met de normen aan de slag te gaan. Maar welke bedrijven en organisaties zouden dat volgens de ervaringsdeskundigen moeten zijn? ‘Woningcorporaties en energiebedrijven hebben we als eerste genoemd’, zegt Ellen. ‘Daar heeft iedereen met een sociale huurwoning mee te maken.’

De ervaringsdeskundigen werden niet alleen betrokken bij het opstellen van het normenkader, maar ook bij de eerste audits. ‘Ik ben meegegaan naar de audit van Greenchoice, het energiebedrijf’, vertelt Patricia. ‘Als auditor loop je mee met twee mensen van de organisatie. Ik keek of zij zich konden inleven in mensen met weinig geld. Inlevingsvermogen is belangrijk voor persoonlijk contact. Daarnaast keken we of het bedrijf sociaal beleid had en dat ook echt toepast. Ik let op alles, maar probeer dat ook wel met humor te doen.’

Trots

Het Keurmerk Warm Incasseren gaat landelijk verder onder de nieuwe naam Keurmerk Geldzorgenbewuste organisatie. Ellen en Patricia kijken met trots terug op het proces. ‘Er zijn al zes grote bedrijven in Rotterdam die het keurmerk Warm Incasseren hebben gehaald’, zegt Ellen. ‘Toen Eneco, als landelijk energiebedrijf, het keurmerk haalde, werd het vanzelf landelijk. Het is echt super dat Warm Rotterdam dit met ervaringsdeskundigen heeft ontwikkeld. Dat wij organisaties nu eigenlijk dwingen om socialer te worden, daar mogen we echt trots op zijn!’

‘Het mooiste is om dit van dichtbij mee te maken’, vertelt Patricia. ‘Als ik kijk naar mezelf, en dat geldt ook voor andere Nederlanders, dan kan je wel eens een achterstandje hebben en dat gaat van kwaad tot erger. Je raakt steeds verder in de put. Dus het is heel belangrijk dat er nu een keurmerk is om aan te geven dat een bedrijf sociaal met klanten omgaat. Maar nog belangrijker is dat ze ook op hun eigen werknemers letten. Want er zijn ook veel werknemers met financiële problemen.’

Invloed

De invloed van ervaringsdeskundigen reikt verder dan het keurmerk. Bij ieder plan van Warm Rotterdam worden ze betrokken en er is maandelijks een spreekuur waar ambtenaren, wethouders en de minister aanschuiven om vragen te stellen. Ook zijn de ervaringsdeskundigen regelmatig te zien op televisie of in kranten, om aandacht te vragen voor leven in armoede en met schulden.

Het keurmerk is maar één van de duurzame oplossingen van Warm Rotterdam. Nu het landelijke keurmerk verder gaat in een nieuwe stichting, kunnen Ellen en Patricia zich weer focussen op andere oplossingen. ‘Ik hoop dat Eén loket hierna als eerste werkelijkheid wordt’, zegt Ellen. ‘Zelf help ik al veel mensen die vastlopen en niet meer weten waar ze naartoe kunnen met vragen over schulden.’

Patricia kan dat alleen maar beamen. ‘Ik hoop dat mensen niet meer van het kastje naar de muur gestuurd worden’, zegt ze, ‘want door de bomen zien ze het bos niet meer. Help mensen bij de bron. Als je kennis hebt, geef ze die informatie, ook als het niet per se bij je functie hoort.’

Samenwerking

Waterbedrijf Evides is een van de organisaties die het Keurmerk heeft behaald. Ze hebben ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam gevraagd om mee te lopen met hun buitendienst. Samen met de medewerker van Evides gaan de ervaringsdeskundigen langs bij klanten met een betalingsachterstand om meteen hulp te bieden als dat nodig is. Op die manier wordt hun dienstverlening socialer en toegankelijker voor mensen in armoede of met schulden.

Tip 1

Zorg dat klanten gratis kunnen bellen. Ellen: ‘Bijna ieder bedrijf heeft tegenwoordig een 0900-nummer, maar mensen in armoede gaan dan niet bellen. De drempel om te bellen is al zo hoog… Zorg ervoor dat je bereikbaar bent, gratis, zodat mensen eerder zelf aan de bel trekken om een oplossing te bespreken.’

Tip 2

Geef de mogelijkheid om een betalingsregeling af te spreken. Patricia: ‘Dat bedrijven hun rekening betaald willen krijgen is logisch. Deel niet meteen boetes uit, maar probeer op een menselijke en sociale manier het geld terug te krijgen. Spreek bijvoorbeeld een betalingsregeling met de klanten af.’

Tip 3

Geef sensitiviteitstrainingen aan deurwaarders. Ellen: ‘Ga niet meteen bij de mensen naar binnen. Dreig niet gelijk dat alle spullen worden weggehaald, dat er overal beslag op wordt gelegd. Dat is zo aangrijpend.’

Wil jij ook invloed?

Heb jij ervaring met armoede of leef je nog steeds in armoede en wil jij ook impact maken met je kennis? Sluit je dan aan als ervaringsdeskundige bij Warm Rotterdam. Je wordt onderdeel van een betrokken groep en er is een ruime vrijwilligersvergoeding beschikbaar. Stuur een mail naar info@warmrotterdam.nl

JIP Rotterdam: ‘Iedereen verdient een tweede, derde, zoveelste kans’

JIP Rotterdam: ‘Iedereen verdient een tweede, derde, zoveelste kans’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 6 spreken we Josine Strörmann van JIP Rotterdam.

‘Het is ontzettend lastig om met andere jongeren mee te doen als je hoge schulden hebt’, vertelt Josine Strörmann, coördinator van het Jongeren Informatie Punt (JIP). ‘Samen met je vrienden een avondje gamen en eten bestellen bij Thuisbezorgd is er niet bij. De stress door geldproblemen moet niet onderschat worden. Onze jongeren zijn murw geslagen, denken dat het allemaal toch geen zin heeft. Eenmaal in de administratieve molen richting schuldsanering, moeten ze hun verhaal keer op keer opnieuw doen. Het duurt weken, zo niet maanden, voordat je in een schuldregeling zit. Dan verlies je het geloof in een goede afloop wel, zeker als in de tussentijd de schulden alleen maar blijven toenemen.’

Druppel op een gloeiende plaat

Jaarlijks bereikt het JIP zo’n duizend leerlingen met geldlessen op mbo en vo en helpt het honderden jongeren op individuele basis. Hoe mooi dat ook klinkt, volgens Josine is het ‘een druppel op de gloeiende plaat’. Daarmee doelt zij op het enorme gebrek aan kennis over geldzaken bij zowel jongeren als hun ouders of verzorgers. ‘Wij werken met een klein team van drie professionals en een aantal stagiaires’, legt Josine uit. ‘We zouden heel graag willen dat er minstens twee JIP-pen waren in Rotterdam. Bij 95 procent van de jongeren gaat het over wat er op financieel gebied gebeurt als je 18 jaar wordt. Jongeren weten gewoon niet dat zij vanaf hun achttiende gemeentelijke heffingen moeten gaan betalen, een zorgverzekering moeten afsluiten en dat het verstandig is om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Toeslagen durven zij niet aan te vragen, omdat ze denken dat je die op termijn moet terugbetalen of dat je als fraudeur wordt aangemerkt. Alleen hierdoor al beginnen de schulden zich op te stapelen.’

Vertrouwen

De impact van geldproblemen op de participatie van jongeren aan de samenleving is volgens Josine enorm. Josine: ‘Vooral het idee bij jongeren dat de gemeente hen sowieso niet vertrouwt, heeft een uiterst negatieve invloed op de toekomst. Dit leeft echt bij jongeren. We moeten echt ons best doen om ze over te halen om een afspraak bij het ETF of Centraal Onthaal Jongeren te maken. Door deze overtuiging hebben ze helaas geen vertrouwen in de politiek en gaan ze vaak ook niet stemmen. De gemeente moet echt meer inzetten op het opbouwen van vertrouwen bij deze jonge Rotterdamse burgers.’

Bijzonder aan de hulpverlening van JIP is dat jongeren er anoniem terechtkunnen en dat de hulpverlening zo lang mag duren als nodig is. ‘Daarmee zijn wij redelijk uniek in hulpverleningsland’, zegt Josine. ‘Bij ons kun je vrijblijvend en anoniem aankloppen en wij hebben geen oordeel over hoe jongeren in de problemen zijn gekomen. We gaan gewoon lekker aan de slag. Ook wij hebben tussentijdse uitval, maar als ze dan weer terugkomen zijn ze weer van harte welkom. Iedereen verdient een tweede, derde, zoveelste kans. Zo zou alle hulp aan jongeren in de wedstrijd moeten zitten.’

Meer lezen?

Lees alles over het Jongeren Informatie Punt op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en Begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Armoedeplatform Delfshaven: ‘Armoede moet een collectief probleem worden’

Armoedeplatform Delfshaven: ‘Armoede moet een collectief probleem worden’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 5 spreken we de samenwerkende partners van Armoedeplatform Delfshaven.

Enkele wijken in Delfshaven behoren tot de armste van Nederland. Hier groeit één op de vier kinderen op in armoede. Wat Delfshaven onderscheidt van andere wijken, is dat er een sterk sociaal weefsel is met een aantal trekkers en veel samenwerking. Het Armoedeplatform Delfshaven bestaat uit verschillende mensen en organisaties die in Delfshaven actief zijn op het thema armoede. Naast scholen, CJG, Wmo radar, Vraagwijzer en wijkteam, zijn dat voornamelijk informele partijen. Zo is Sahila el Barkany betrokken bij de Onwijze Moeders en stichting Essajo, regelt wijkpastor Nico van Splunter ontbijt op basisscholen. Carolina Castro en Klaske de Jong proberen mensen aan werk te helpen en Mirjam van Rijn werkt met Team Toekomst in samenwerking met scholen aan een betere startpositie voor kinderen uit de wijk. Leven en werk zijn voor veel (vrijwillige) hulpverleners verweven. Dat zorgt voor een sterke motivatie.

Infrastructuur

Buurthuizen in de wijk zijn van groot belang: hier kunnen mensen elkaar vinden en ondersteunen. Tijdens inloopspreekuren, maaltijden, aanbelacties, kinderclubs en andere activiteiten worden mensen aan elkaar verbonden. Zo ontstaat er een buurtgemeenschap waarin mensen voor elkaar zorgen en doorverwijzen naar professionele zorg.

‘Je moet allereerst investeren in de infrastructuur’, vindt Dennis Lohuis dan ook. Hij werkt voor de Zorgvrijstaat Delfhaven en neemt deel aan het Armoedeplatform. ‘En het moet van de wijk zijn. Samenwerking van informele en formele organisaties is noodzakelijk. Beleid kan niet standaard over de hele stad worden uitgerold, je moet kijken naar wat er al gebeurt in een wijk. Ieder initiatief heeft zijn eigen identiteit en dat moet ook zo blijven. Er moet een netwerkregisseur zijn met een aanjaagfunctie, die uit het gebied zelf komt en vertrouwd wordt door bewoners. Doe het niet alleen. De sleutel zit in ‘we’. Ondersteun partijen die hulp bieden op een manier die werkt.’

Korte lijnen

Er is niet alleen behoefte aan financiële ondersteuning, maar ook aan korte lijnen met instanties en informatie vanuit de gemeente. Het gaat om kennis delen, verbinden, vastpakken en vasthouden voor langere tijd. Het is niet zo dat mensen alleen in armoede leven omdat ze schulden hebben. Het inkomen is doorgaans simpelweg te weinig. ‘Je moet het planmatig aanpakken, het totaal aantal kinderen in beeld hebben en weten wie je helpt’, zegt Mirjan van Rijn van Team Toekomst. ‘We moeten stoppen met zomaar wat proberen elke keer, zonder dat we precies weten of dat gezin die steun nodig heeft. Houd op met al die kleine pilotjes en het zoeken naar gezinnen die hulp nodig hebben. In deze tijd van weinig personeel en stijgende zorgkosten is het nodig dat we op deze manier planmatig werken en bijhouden waar we staan.’

Collectief probleem

Armoede moet een collectief probleem zijn, menen de deelnemers aan het Armoedeplatform. ‘Als armoede het probleem is van mensen in armoede, gaat er nooit wat veranderen.’

Meer lezen?

Lees alles over het Armoedeplatform Delfshaven op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en Begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Cultuurhuis Feijenoord: ‘Er is veel verdriet en grote zorgen’

Cultuurhuis Feijenoord: ‘Er is veel verdriet en grote zorgen’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 4 spreken we Anneke de Goede van Het Cultuurhuis Feijenoord.

Samen met een grote en diverse groep vrijwilligers runt Anneke de Goede het Cultuurhuis Feijenoord. ‘Er worden taallessen gegeven, of een cursus empowerment en er worden creatieve activiteiten georganiseerd’, vertelt Anneke. ‘Denk aan haakles, waarin bewoners kunnen leren om leuke knuffels te haken. De wol is gratis, dus zo hebben ze een leuk zelfgemaakt cadeautje voor de kinderen.’

Bij Cultuurhuis Feijenoord worden geen vragen gesteld. ‘We vragen niet naar de financiële situatie, of ze schulden hebben, maar iedereen mag overal gratis aan meedoen’, vertelt Anneke. ‘Op die manier ontstaat er een veilige sfeer. Ook zijn alle vrijwilligers getraind in cultuursensitief werken, geweldloos communiceren en feedback geven en ontvangen. Als mensen zich eenmaal vertrouwd voelen, dan vertellen ze vanzelf wel waar ze mee zitten. En als ze dat niet willen, is dat ook prima.’

Sociale armoede

Door de gesprekken die ontstaan, merkt Anneke dat er niet alleen materiële armoede is maar ook sociale armoede. ‘De gevolgen van langdurig leven in armoede zijn enorm’, legt ze uit, ‘en daar zijn veel mensen zich niet van bewust. Mensen maken zich grote zorgen, bijvoorbeeld of ze hun kinderen aan het einde van de maand nog eten kunnen geven, en ze hebben veel angst om iets verkeerd te doen en uitkeringen te moeten terugbetalen.’

Het Cultuurhuis Feijenoord organiseert daarom niet alleen activiteiten, maar geeft ook gratis ontbijt voor iedereen en gratis lunch en fruit voor kinderen. ‘Daarnaast geven we kunst- en cultuurlessen aan kinderen, want daar komen kinderen in arme gezinnen anders niet mee in aanraking. Zo proberen we het hele gezin te bereiken.’

Erkenning

Anneke mist erkenning van de gemeente. ‘Subsidies gaan naar grote organisaties’, zegt ze. ‘Er blijft weinig geld over voor kleine organisaties, die echt in het hart van de wijk zitten. Het is elk jaar maar hopen dat we iets krijgen, terwijl er steeds meer mensen aan de onderkant van de samenleving belanden. Je hebt dan zo weinig kansen. Meer samenwerking tussen gemeente, grote en kleine organisaties zou nu aan de orde van de dag moeten zijn.’

Meer lezen?

Lees alles over cultuurhuis Feijenoord op de website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en Begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Stichting De Buurtbron: ‘Haal de financiële zorg uit het hoofd’

Stichting De Buurtbron: ‘Haal de financiële zorg uit het hoofd’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 3 spreken we Sherita Thakoerdat van stichting De Buurtbron in Ommoord en Zevenkamp.

‘Je moet mensen eerst leren kennen en zij moeten weten dat ze met vragen rechtstreeks bij je terecht kunnen’, zegt de ervaren opbouwwerker Sherita Thakoerdat. Ze werkt bij De Buurtbron, een stichting die probeert een bijdrage te leveren aan armoedebestrijding en minder draagkrachtigen in Ommoord en Zevenkamp ondersteunt. Ze benadrukt dat het vooral belangrijk is om als opbouwwerker present te zijn: ‘Ik geloof niet in een proactieve benadering want ik weet niet of mensen problemen hebben.’

Praktische vraag

De benadering van Sherita is in eerste instantie praktisch. ‘Ik hoor iedereen over empoweren. Goed bedoeld hoor, maar het is niet waar moeders meteen mee bezig zijn. Die hebben een kind dat problemen heeft.’ Daarom hoeft ze ook niet meteen alles te weten. ‘Als een moeder komt omdat ze een scooterhelm voor haar zoon nodig heeft die anders niet naar school kan, regel ik dat. Op dat moment moet die – financiële – zorg uit haar hoofd. Daarna kan ze verder.’ Een hulpverlener met een opdracht van de gemeente daarentegen moet de procedures volgen en een lijst met twaalf leefgebieden afvinken. Dat heeft volgens haar niet zoveel zin. ‘Mensen zeggen niet snel dat ze in schuldhulpverlening zitten. Ze komen met een praktische vraag. Door daarvoor een oplossing aan te dragen, creëer je rust. Dan weten ze je ook te vinden voor andere ondersteuning.’

Problemen ontrafelen

In vervolggesprekken probeert Sherita de problemen bespreekbaar te maken door die samen met de hulpvrager te ontrafelen. ‘Vaak weten mensen niet hoe hun problemen ontstaan zijn. Het is belangrijk dat ze inzicht krijgen in wat er is gebeurd’, zegt Sherita. De manier waarop dat gebeurt, de bejegening, is van cruciaal belang. ‘Goed luisteren en precies op het juiste moment de goede dingen zeggen, dat is belangrijk… Mensen voelen het meteen als op hen neergekeken wordt. De verhouding moet gelijkwaardig zijn.’

Informeel

Sherita werkt laagdrempelig en informeel. ‘En dat zou ik ook doen als ik bij een formele instantie zou werken. Het valt mij op dat mensen echt geholpen zijn als iemand van de gemeente langskomt om uitleg te geven over regelingen waarbij ze meer kunnen zeggen dan wat er al in de folders staat, open staat voor kritische vragen en ook echt iets kan regelen.’

Meer lezen?

Lees alles over stichting De Buurtbron op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Stichting MAIT: ‘Leer mensen kijken naar het totaalplaatje’

Stichting MAIT: ‘Leer mensen kijken naar het totaalplaatje’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 2 spreken we Jaimy Goodett en Marjorie Malbons van stichting Mijn Administratie Is Top (MAIT).

Marjorie Malbons voelde onvrede over de hulp die ze zelf kreeg toen ze financiële problemen had in 2015. ‘Ik dacht: “Als ik het niet begrijp dan ben ik vast niet de enige.” Wat ik nu weet, wil ik ook dat anderen weten, zodat minder mensen er last van hebben.’ Dus zette ze Stichting MAIT op. ‘Iemand die vanuit ervaringskennis advies geeft is waardevol, wordt eerder geloofd. Het gevoel is dan: ze denkt met me mee.Bij MAIT zitten we min of meer aan de keukentafel, naast elkaar. We proberen mensen zoveel mogelijk zelf te laten doen.’

Diverse groep

‘De groep die hier komt is divers, sommige mensen hebben een goede baan en inkomen, anderen een pensioen, bijstand of Wia’, zegt medewerkster Jaimy Goodett. ‘Een specifieke doelgroep die opvalt is die van de jongeren. Zodra die achttien zijn, moeten ze alles zelf doen. Ze hebben nul-urencontracten, geen besef van geld, wel een pinpas en mogelijkheden om achteraf te betalen.’

Mappen vol post

Mensen melden zich op verschillende manieren aan bij MAIT. ‘Via de website, via via, ze worden doorverwezen, horen van ons via de voorlichtingsbijeenkomsten op scholen, kennen ons van radio en tv’, legt Jaimy uit. ‘Per week zijn er ongeveer vier à vijf aanmeldingen, per jaar zeker honderdvijftig tot tweehonderd nieuwe hulpvragers. Voor sommigen zijn een paar gesprekken genoeg, bijvoorbeeld als er toeslagen aangevraagd moeten worden. Anderen komen met mappen vol post die op orde moeten. En als iemand een laag inkomen heeft en een hoge schuldenlast, is er een structureel probleem en zetten we sowieso door naar een andere partij, nadat we de situatie gestabiliseerd hebben.’

Luisteren

Het ETF (Expertise Team Financiën) verwijst regelmatig door naar MAIT, omdat daar meer tijd is voor begeleiding, specifiek wanneer mensen bij het ETF vastlopen. Er wordt bij MAIT eerst goed geluisterd naar wat mensen zelf willen, dan pas wordt een plan gemaakt. Jaimy: ‘Formele hulpverleners bedenken al snel oplossingen. Maar er zit vaak meer achter financiële problemen dan alleen geldgebrek. Daar kom je pas achter als iemand voelt dat je echt met hun situatie aan de slag gaat. Wij proberen mensen te leren hoe ze om moeten gaan met inkomsten en uitgaven door te kijken naar het totaalplaatje, naar de persoon en diens behoefte. Pas bij een volgende afspraak maken we een plan van aanpak waarin hun verantwoordelijkheden duidelijk worden. Mensen raken hun autonomie kwijt als een hulpverlener alles van ze overneemt.’

MAIT heeft in de loop der jaren een groot netwerk opgebouwd en kan snel handelen. Jaimy:‘Wesignaleren vaak problemen en hebben ideeën om ze op te lossen. De gemeente neemt die over maar zelf krijgen we te weinig geld om de plannen goed uit te voeren. Het is lastig om financiering te vinden voor structurele, langlopende projecten.’

Meer lezen?

Lees alles over stichting Mait op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.