Twintig jaar zette Patricia Loemij zich vanuit de gemeente in voor mensen met sociale problematiek. Totdat ze als gevolg van een incident met een agressieve cliënt ziek werd, en niet de steun kreeg die ze nodig had. Langzaam gleed ze af ineen donkere put. Ze weet uit ervaring hoe het voelt om in de bijstand terecht te komen, een huurschuld op te bouwen en op straat te staan. Maar Patricia vocht terug en krabbelde weer op.

‘Het is nu zo’n tien jaar geleden dat ik naar beneden kukelde. Na een geweldsincident op mijn werk ben ik niet goed opgevangen. Ik kwam in de ziektewet, werd depressief en belandde uiteindelijk in de bijstand. Het ging steeds slechter met me. De gemeente heeft me in de steek gelaten, zo voelt dat. Eerst door me niet te steunen, later door me vier maanden op een bijstandsuitkering te laten wachten. De schulden stapelden op en uiteindelijk raakte ik mijn huis kwijten stond ik op straat. Onwerkelijk hè? Van een prima baan en fijn huis naar een dakloos bestaan. Via de crisisdienst, het Centrum voor Dienstverlening (CVD) en hulp van familie ben ik heel langzaam weer opgekrabbeld. Het was een moeizame weg waarop ik ook mezelf ben tegengekomen. Er zat veel boosheid in me vanwege het onrecht dat me was aangedaan, en vanuit de frustratie om steeds van het kastje naar de muur gestuurd te worden.’

Rust
‘Maar ik wil niet in het verleden blijven hangen. Ik wil kansen creëren en opnieuw beginnen. Van onderaf aan. Sinds 2016 heb ik weer een woning voor mijzelf. Tweejaar daarvóór kwam ik heel toevallig in contact met iemand van de Voedseltuin inDelfshaven. Ik ben daar vrijwilligerswerk gaan doen en dat heeft me vooral rust gebracht: buiten zijn, handen in de aarde, samenwerken met andere mensen. Ik kan er mijn hoofd leegmaken en ik ben een groot fan van de principes van permacultuur die we in de Voedseltuin toepassen: goed zijn voor de aarde, goedzijn voor de mens en delen in overvloed. Zo verbouwen we bijvoorbeeld veelgroente en fruit voor mensen die bij de Voedselbank komen.’

Omhoog
‘De laatste tijd merk ik dat ik de Voedseltuin aan het ontgroeien ben. De tuin richt zich steeds meer op mensen met een Wmo-indicatie. Ik wil graag een nieuwe stap maken. Toch voelt dat nog dubbel. Een aantal jaar geleden heb ik een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente. Mijn advocaat claimt letselschade. Zolang die zaak loopt, kan ik het verleden nog niet echt loslaten. Maar ik hoop dat het nu niet al te lang meer gaat duren. In de tussentijd ben ik bezig met een horeca-opleidingstraject bij de stichting Tafel van zeven. Dat is best pittig, maar ik hoop de opleiding binnenkort af te ronden. Het lijkt me leuk om te koken in een sociale setting, een verzorgingstehuis bijvoorbeeld. Dat horeca-papiertje geeft me eenbasis om weer stap voor stap omhoog te klimmen.’